Wormpompen – werking en toepassing

Op het gebied van pompen is de wormpomp wellicht de meest universele pomp. Dit pomptype is zowel inzetbaar voor waterdunne vloeistoffen als zeer viskeuze pasta’s, zoals dikslib, wat bijna te vergelijken is met potgrond. 

Vaste delen in het medium zijn voor dit pomptype geen probleem. De rotor stuwt de vaste delen voort, zoals men een tube tandpasta leegknijpt. In het geval het medium kleine (zandachtige) korrels bevat, kan het voorkomen dat deze korrels tijdelijk in het rubber van het statormateriaal worden gedrukt, waarna deze door de verende werking weer terugkomen in de vloeistof, en worden verpompt.

Wormpompen zijn leverbaar in zeer veel uitvoeringen en materialen. 

De werking
Bij de werking van een wormpomp drijft de centrisch draaiende hoofdas, door middel van een koppelstang met twee pennenkoppelingen of een flexibele as, de rotor aan. De ‘kop’ van de rotor maakt een excentrisch draaiende beweging. 
De rotor heeft de vorm van een schroef en heeft één of twee gangen. Hij draait rond in een stator die inwendig met rubber is bekleed. 

De stator heeft echter altijd één gang meer dan de rotor en is bekleed met rubber. De rotor klemt in het rubber van de stator en drukt hierdoor op de contactlijn iets in het rubber. Wanneer de rotor draait, verplaatsen zich afgesloten ruimtes tussen rotor en stator, waarin het medium meegaat in axiale richting naar perszijde.