Opstellingsmogelijkheden
Horizontale opstelling
We spreken van een horizontale pomp als de pomp-as horizontaal ligt.
![]() |
De ondersteuning van de pomp kan onder het pomphuis of onder de lagerstoel zitten. Huisondersteuning heeft het voordeel dat verticale leidingkrachten beter opgenomen kunnen worden. In veel gevallen zit onder de lagerbok, vlak bij het as-einde, een extra steuntje (zie boven). De pomp zonder aandrijving noemen we een pomp met ‘vrij as-einde’.
Het uitstekende as-einde wordt met een elastische koppeling verbonden met de motor as. Pomp en motor worden samengebouwd op een fundatieplaat of op een frame, en vormen samen een pomp aggregaat.
Andere opstellingsmogelijkheden bij pompen
‘hart ondersteunend’
Als de voetondersteunde pomp zeer hete vloeistoffen moet verpompen zal bij het opwarmen, door uitzetting van het pomphuis, de pompas niet meer in één lijn met de motoras blijven. In deze gevallen kan een ‘hart ondersteunde’ pomp noodzakelijk zijn. Bij opwarming van het huis zal de uitzetting ten opzichte van de ondersteuning zowel naar boven als naar beneden plaats vinden, waarbij de pompas op dezelfde hoogte blijft.
‘back pull out’
Om de demontage van een pomp te vergemakkelijken is tussen de pomp en motoras een speciale koppeling gemonteerd, een zo genaamde spacer-koppeling. Tussen de koppelinghelft op de motoras en de koppelinghelft op de pompas zit een extra afstandsstuk, de spacer. Dit afstandsstuk kan gedemonteerd worden zonder iets van de pomp of van de motor los te maken. Daarna kun je de complete lagerbok, met alle draaiende delen zoals lagers, pompas en waaier, inclusief de asafdichting, uit het pomphuis halen. Het pomphuis en de motor kunnen dus op hun plaats blijven staan.
‘close coupled’ of ‘monoblok’
Hier wordt het pompgedeelte via een lantaarnstuk direct gekoppeld aan een flensmotor. Het pompgedeelte heeft veelal geen eigen lagering. Het voordeel hiervan is een compact pompaggregaat en een laag gewicht. Omdat het pompgedeelte en de motor pasranden hebben, zijn er geen uitlijnproblemen. Vaak hangt de motor aan het pompgedeelte. In verband met het gewicht van de motor is dan het motorvermogen beperkt. Voor wat grotere vermogens wordt een voet-flensmotor gekozen. De motor kan dan onder de voeten worden ondersteund. Voor kleine pompjes wordt het pompgedeelte, zonder verdere ondersteuning aan een voet-flensmotor gemonteerd.
‘end suction’
Wanneer de pompen een horizontale axiale instroming hebben, wordt dit ‘end suction’ genoemd. Omdat de persopening vaak aan de bovenzijde zit, wordt er soms bij vermeld: ’top discharge’.
‘in line’
Als de zuig en persaansluiting van de pomp in elkaars verlengde zitten noemen we dit een ‘in line’ constructie. Wanneer een ‘close coupled’, ‘in line’ uitvoering zonder verdere ondersteuning in het leidingsysteem kan worden opgehangen, noemen we een dergelijke constructie ook wel een inbouwpomp. In een kleine uitvoering zie je dit soort pompen in centrale verwarmingsinstallaties voor woonhuizen. Inbouwpompen zie je ook in grotere uitvoeringen, tot buisaansluitingen van circa 200 mm en vermogens tot circa 15 kW.
Verticale opstelling
Verticale pompen worden veelal toegepast om vloeroppervlakte te besparen. Vaak wordt een zogenaamde ’top pull out’ uitvoering toegepast. Na verwijdering van een deel van de spacer koppeling, kan het roterende gedeelte, waaier en complete lagerbok, via een opening in het lantaarnstuk worden verwijderd. De leidingen hoeven daarbij niet los genomen te worden en pomphuis en motor kunnen op hun plaats blijven. Door de aanwezigheid van pasranden blijft de uitlijning gewaarborgd.
Dompelpompen
Ook bij de dompelpompen kennen we diverse uitvoeringen. Eén van de verschillen is of de motor niet of wel ondergedompeld mag worden: een droge of natte motor. Dompelpompen voor diepe putten worden wel diepwelpompen genoemd.