Pulserende vloeistofstroom
We hebben gezien dat eencilinder-zuigerpompen een erg onregelmatige vloeistofstroom geven. Door deze pulserende vloeistofstroom kunnen snelle drukwisselingen ontstaan. Dit is in veel gevallen niet toelaatbaar. Deze drukwisselingen ontstaan doordat de vloeistof in de leidingen steeds sneller en weer langzamer gaan stromen. Om de stroomsnelheid van de vloeistof te verhogen moet de pomp een hogere druk leveren. Zodra de stroomsnelheid tegen het einde van de persslag weer afneemt, daalt de druk snel. De pulserende stroming kan ook problemen in de pomp veroorzaken. Door de snelle drukwisselingen slaan de kleppen hard op de klepzittingen. De pomp maakt dan een bonkend geluid. Bovendien ontstaat door de snelle drukwisselingen een stotende belasting op de aandrijving. Om de pulserende werking te verminderen kan de pomp voorzien zijn van zogenaamde luchtklokken.
Ook bepaalde typen roterende verdringerpompen leveren een meer of minder sterk pulserende vloeistofstroom. Dit komt doordat steeds een afgemeten hoeveelheid vloeistof in de persleiding wordt gebracht. Soms zijn deze pulsaties zo hinderlijk dat ook hier maatregelen genomen moeten worden om de gevolgen te beperken, b.v. met pulsatiedempers. Een voorbeeld is de slangenpomp, deze kan zeer hinderlijke pulsaties veroorzaken. Op het moment dat de persschijf de slang dichtdrukt en weer verlaat wordt de stroming even geheel onderbroken.
Tijdens de persslag perst de zuiger op het moment dat hij de hoogste snelheid heeft, een deel van de vloeistof in de persluchtklok. De lucht in de klok komt daardoor onder een hogere druk te staan. Neemt de snelheid van de zuiger af, dan wordt er minder vloeistof in de leiding geperst. Door de afnemende vloeistoftoevoer wordt de druk in de persleiding lager dan de druk in de persluchtklok. De lucht in de persluchtklok perst daarom vloeistof uit de klok in de persleiding. Het resultaat van het vullen en leeg lopen van de persluchtklok is een regelmatiger vloeistofstroom in de persleiding.