Archimedische schroefpomp

Werkingsprincipe:

Deze schroef is een zeer nuttige uitvinding geweest. Nadat Archimedes de schroef uitgevonden had, is het tijden erna nog veel gebruikt als werktuig. De Archimedische schroef was een apparaat waarmee men water, of andere vloeistoffen, en poeders omhoog kan brengen. het apparaat bestaat simpel weg uit een holle buis. Hierin zit een soort schroef. Als je deze schroef rond draait, gaat het water omhoog. Door middel van figuur 25 kunnen we duidelijker uitleggen hoe deze pomp werkt. Bij deze uitleg nemen we water als middel dat vervoerd gaat worden.
Binnen in een buis zit een spiraalvormige schroef. De schroef heeft een speciale vorm, waardoor het water niet meer kan terug lopen naar beneden. Het laagste deel van de schroef zit net in het water. De schroef staat in een schuine stand, hierdoor wordt het water omhoog vervoerd. Deze schuine stand en de speciale vorm zorgen ervoor dat het water in ‘losse pakketjes’ word vervoert.
Aan de uitvinding van Archimedes zit wel een beperking. De buis met de schroef kan namelijk maximaal in een hoek van 45 graden staan. Anders werkt het niet goed. Het vervoer met de schroef gebeurt meestal opwaarts, maar er zijn ook gevallen waar het vervoer horizontaal gaat. De schroef werd vroeger veel gebruikt om water te winnen voor irrigatie. De schroef van Archimedes wordt ook wel tonmolen genoemd. Het is de voorloper van de schroefpomp. Grotere poldermolens en veel poldergemalen hebben als wateropvoer werktuig een groter aangepaste variant van de schroef van Archimedes, de zogenaamde vijzel. Een twee of driegangige schroef van plaatstaal draait in een trog die de schroef gedeeltelijk omsluit. De draaiende schroef verplaatst het water omhoog. De lengte van de schroef is meestal ongeveer twee maal zo groot als de opvoerhoogte.
fig025_archimedische_schroe

Toepassing:

De pomp wordt veel gebruikt om grote hoeveelheden al dan niet verontreinigd water naar een iets hoger niveau te pompen.